Madagascar en lemuren (of maki’s), het is een onweerstaanbare combinatie. En ben je eenmaal op dit weelderig begroeide eiland, dan kun je er ook zeker van zijn dat je deze bijzondere halfapen ziet. Deel 2 van mijn rondreis Madagascar (of Madagaskar).
Rijdend van Ambositra naar mijn volgende bestemming, Nationaal Park Ranomafana, zie ik het landschap weer veranderen. Meer heuvels, de aarde wordt roder, de valleien zien eruit als lappendekens, op elk stukje worden groenten en granen verbouwd. De mensen kleden zich anders, vaak dragen ze op hun hoofd een rieten hoedje. Ook de huizen zijn aangepast: een witgekalkte basis met rieten puntdak. En aan de houten, handgemaakte producten die langs de weg te koop zijn, ziet chauffeur en gids Olivier direct in welke regio we zijn. Ik koop bij enkele kraampjes langs de weg wat houten lepels.
Ranomafana – op zoek naar lemuren
Ik ben al ruim een week op Madagascar als ik mijn eerste lemuur zie. Het Ranomafana regenwoud is dé plek om de bamboe lemuren en de grote bamboe lemuren in het wild te zien. Lange tijd werd gedacht dat de grote, gouden bamboe lemuur was uitgestorven tot er in 1986 opeens weer enkele ontdekt werden. Het zijn ochtenddieren dus de dag begint vroeg. De gidsen staan in contact met spotters en al snel krijgt mijn gids een telefoontje: de bamboe halfaap is gespot. Hij duikt een van de modderige paadjes in. ‘Pas op het is glibberig’, waarschuwt hij. En daar is geen woord van gelogen. Binnen enkele minuten staat het zweet op mijn voorhoofd, het is warm en vochtig. Maar de moeite wordt beloond. Al snel zie ik enkele halfapen van de bamboebladeren eten. Wat een schattige beestjes! De bamboe lemuur leeft in kleine familiegroepjes van maximaal vijf of zes dieren. Vader, moeder en de jongen van de afgelopen drie, vier jaar. Daarna nemen de jongen afscheid, zoeken een partner en vormen een eigen familie.
Twee gouden bamboe lemuren!
De hoop de grotere gouden bamboe lemuur te zien, heb ik al opgegeven. In dit deel van het park leven er twee en ook deze doen een middagdutje. Onvoorstelbaar maar weer krijgt mijn gids een berichtje: de grote bamboe lemuren zijn gespot! Zo snel als ik kan ren ik achter hem aan, me voor het evenwicht vastgrijpend aan welke boom of plant ook maar binnen handbereik is. En we zijn op tijd. Twee prachtige lemuren en ze zitten nog op de grond ook. Als even later een grote groep toeristen arriveert, sprinten de dieren weer hoog de boomtoppen in. Wow, wat een geluk had ik.
Madagascar: relaxen in het dorp
Terug in het stadje loop ik even door de hoofdstraat met winkels en restaurantjes. Ik merk dat ik mijn tempo al aanpas aan de temperatuur die ook vandaag weer lekker oploopt. Voor de zoveelste keer koop ik grote flessen water. Er gaan liters per dag doorheen. Hongerig plof ik neer op het terras van een kleurrijke restaurantjes. Ik kies voor een versgeperst vruchtensapje om de dorst te verdrijven. Daarna voor de potage de legume, een heerlijk dikke groentesoep. Precies wat ik nodig had na deze enerverende ochtend.
Tanala: bewoners van het bos
Voor die middag heb ik een tochtje naar een dorpje van de Tanala geboekt, zo’n 15 km van Ranomafana. Tanala betekent zoiets als: mensen van het bos. Het hoofd van het dorp ontvangt me in zijn huis op palen, andere dorpsbewoners laten enkele van hun gebruiken zien, bijvoorbeeld hoe je graan tot meel stampt. Tot slot dansen de kinderen een traditionele kans. Okay, een beetje toeristisch, maar toch leuk om kennis te maken met deze bevolkingsgroep die vaak op de meest afgelegen plekken leeft.
Ik logeer deze dagen in hotel Manja, een eenvoudig hotel aan de rand van Ranomafana. Het restaurant is basic maar het eten goed. En hier drink ik voor het eerst de lokale bruine rum van Madagaskar. Lekker.
Anja Reserve: de ringstaart maki’s
Mijn verlanglijstje wat betreft de lemuren is lang. De ringstaart maki staat hoog genoteerd. ‘Je gaat er tientallen zien in Anja Reserve’, belooft Olivier gul terwijl we richting Ambalavao rijden. Eenmaal in het park kies ik voor de wandeling van ongeveer een uur waarbij ik de ringstaart maki zou moeten zien, plus een oud graf, een uitkijkpunt en wat we verder nog tegenkomen, aldus de gids. Al snel spotten we een groepje ringstaart maki’s. Waanzinnig. Eigenlijk ben ik iets te laat. Enkele dieren zijn nog een paar minuten actief maar dan gaan ook zij hoger de boom in om hun middagdutje te doen. Dat is trouwens een snoezig gezicht. In groepjes van twee of drie zitten ze samen op takken, de staartjes om elkaar heen geslagen. Sommige wassen of vlooien elkaar nog even en sluiten dan ook de ogen.
Hotel Isalo Rock Lodge: super-de-luxe
Tijd voor mij om verder te gaan naar mijn bestemming voor de komende dagen: National Park Isalo. Na dagen van eenvoudige maar goede hotels, ga ik nu een keer voor lekker luxe. Ik check in bij eco-resort Isalo Rock Lodge in Ranohira en wil eigenlijk niet meer weg. Het uitzicht vanaf de veranda van mijn riante kamer is bijzonder: een soort bos van geelgrijze rotsen met her en der wat bomen. Even zit ik lui op het balkon te genieten van de omgeving. Maar dan wil ik toch meer zien van de Sandstone Mountains. Er is een wandeling van anderhalf uur uitgezet rond het hotel. Lekker om even de benen te strekken na uren in de auto zitten. En wat een rust. Ik kom de hele route geen mens tegen. Benieuwd hoe Isalo park is.
OOK NAAR MADAGASCAR?
De beste reistijd
Er komen soms orkanen voor op Madagascar (tussen november en maart), dan wil je liever niet op het eiland zijn. De beste reistijd is daarom april t/m oktober. Dan is het relatief droog en de temsperatuur aangenaam rond de 21 °C.
Vliegen naar Madagascar
Vliegen: Je kunt naar Antananarivo, de hoofdstad van Madagascar, vliegen met o.m. KLM/Air France en met Kenya Airways. Je maakt dan meestal een tussenstop in Parijs of Nairobi. Houd rekening met een reistijd van minimaal 13 uur. Ook Turkish Airlines vliegt op Antananarivo, met twee tussenstops (Istanbul en buureiland Mauritius, dus handig als je twee eilanden wilt combineren). Houd rekening met een reistijd van plusminus 18 uur.
MEER REIZEN MADAGASCAR
Lees ook deel 1 van mijn vakantie in Madagascar (of Madagaskar). Ik bezocht onder meer het heerlijk relaxte kustplaatsje Morondava en de sprookjesachtige Allée des Baobabs.