Kouzoulada, ofwel ‘krankzinnig’ was de mening van velen toen enkele vrienden op Kreta een verlaten bergdorp nieuw leven wilden inblazen. Het ‘hotel’ werd een succes en meer metamorfoses volgden. Dorpjes krijgen een tweede kans als B&B en toeristen profiteren mee.
Het is 1948 als de laatste bewoner van Milia, een 17de eeuws bergdorpje zoals er velen waren op Kreta, de deur achter zich dicht trekt en vertrekt. De ooit lieflijke cottages zijn tientallen jaren later ruïnes geworden als Iakovos Tsourounakis bedenkt dat het toch prachtig zou zijn om het dorpje in oude glorie te herstellen zodat toeristen op deze unieke plek tot rust kunnen komen. Het idee voor een hotel is geboren. Giorgos Makrakis blijkt zijn passie te delen en samen gaan ze aan het werk. Bouwvallen worden comfortabele huisjes waarbij ze enkel gebruik maken van lokale materialen en lokale werklui. Ook de hele vallei krijgt een make-over. Jagen wordt verboden, herders moeten zich aan regels houden, op de berghelling worden terrassen aangelegd met olijfbomen en moestuinen vol biologisch gekweekte groenten om erosie tegen te gaan.
Chorta plukken met Manolis
De laatste kilometers naar Milia gaan over een onverharde weg een dal in, met meer variaties groen dan je kunt benoemen, geel bloeiende brem en mimosa en soms een fel paarse Judasboom. Nog een scherpe bocht en dan is er een dorpje met een stuk of vijftien huisjes opgetrokken uit ruwe stenen. Uit de schoorstenen komt rook; de kamers hebben allemaal een openhaard of houtkachel. Smalle paadjes leiden langs de huisjes, soms loop je opeens op een dak waar ligstoelen staan, er is een mini-amfitheater en een restaurant want wie hier eenmaal is, wil het liefst niet meer weg. In de kamers is op bescheiden schaal licht dankzij zonnepanelen of kaarslicht.
Bijzonder hotel op Kreta
De dagen bij Milia vul ik met wandelingen in de omgeving, genieten van de zon op mijn privé-terras in een zee van blauwe regen en eindelijk eens dat boek lezen dat thuis al een jaar naast mijn bed lag. Ook ga ik mee met Manolis als hij chorta plukt in de olijfboomgaard. Iedere Kretenzer plukt in het seizoen deze wilde, iets bittere groente die in ongeveer 70 varianten voorkomt op het eiland. Aanzetten in wat olijfolie, teentje knoflook erbij en wat zout en peper en genieten maar. Jordanis leert me hoe ik thuis het verrukkelijke brood kan bakken dat bij Milia bij de maaltijden geserveerd wordt. Want eten, dat is ook een ding bij Milia. Het kan bijna de hele dag door en ze serveren zeer royale en smakelijke porties. Wat op je bord ligt, is allemaal biologisch.
Slingerend door het binnenland van Kreta
Kronkelende wegen, uitzichtpunten waar je wel moet stoppen zo mooi, kuddes schapen op de weg, kale bergtoppen en groene dalen, de binnenlanden van west-Kreta nodigen uit tot een dagje zomaar rondrijden. Door de openstaande ramen waaiert de frisse geur van citrusfruit naar binnen. Het binnenland staat vol met deze fruitbomen én met grillige olijfbomen die hellingen grijsgroen kleuren. Eeuwenlang werd de olie vrijwel exclusief gebruikt om zeep van te maken. Nu verdwijnt een aanzienlijk deel in gerechten maar ook wordt nog zeep gemaakt, vaak direct bij de producent te koop zoals bij Kanakis, de robuuste blokken zeep uitgestald op een plank op schragen naast de olijfolie die van zeer goede kwaliteit is. Het onbekende deel van van Kreta nodigt uit tot ronddwalen. En wandelen in prachtige kloven, zoals blogger Melissa ontdekte toen ze in het zuiden de Martsalo kloof ontdekte.
De witte familiekerkjes langs de kant van de weg zijn een overblijfsel uit de periode van de Turkse overheersing. De Kretenzers verzetten zich hevig en op een gegeven moment gaf een van de Pacha’s het geloof vrij: alles wat aan de kerk behoorde was veilig. Waarop de Kretenzers en masse hun land aan de kerk doneerden en een gebedshuisje op hun lapje grond bouwden. De Grieks Orthodoxe kerk is nog altijd de grootste grootgrondbezitter van Griekenland. En dan rijd ik Vamos binnen, nog zo’n dorpje dat van de ondergang gered werd. Daar had ik een fantastische middag met Koula.
MEER EILANDEN
DELEN? LEUK!