Dé reden waarom ik naar Madagaskar wilde, waren de lemuren of maki’s. Die snoezige halfapen met hun priemende ogen zijn er op het eiland in allerlei soorten en maten. En dus stap ik na een paar dagen wandelen weer in de auto, op weg naar een ontmoeting met lemuren.
Rijdend over de wegen vol gaten verveel ik me geen moment. Chauffeur en gids Oliver geeft onderweg ook tekst en uitleg bij wat we passeren. “Aan de stalletjes langs de kant van de weg lees je de specialiteit van de regio of van het dorp”, vertelt hij. Of we nu stalletjes met houten vrachtwagens, houten instrumenten, flessen honing, kaki’s, wortelen, Mariabeeldjes, eendeneieren of konijntjes passeren, Oliver weet zonder op plaatsnaamborden te letten waar we zijn.
Op weg naar de oostkust
Na een paar dagen strand aan de westkust ben ik ook benieuwd naar de oostkust. Dus toeren we dwars over het eiland naar de andere kant. Mijn nieuwsgierigheid naar kameleons en andere exotische wezentjes wordt bevredigd tijdens een stop in het reptielenparkje Peyrieras Reptile Reserve onderweg. Met een gids duik ik een kas in waar de verschillende soorten kameleons wonen. Goed dat hij erbij is, ondanks hun vaak opmerkelijke kleuren, lijken ze toch op te lossen in het groen.
De schreeuw van de indri
Mijn hotel voor de nacht ligt in Andisabe. Daar duik ik later het regenwoud in om de indri te zien, de grootste van alle lemuren en de enige zonder lange staart. Er was me een vroege wake up call beloofd want de indri krijsen ’s morgens vroeg even luid om andere families te waarschuwen vooral niet in hun territorium te komen. Het blijft overdonderend stil. En dat is het nog steeds als ik om acht uur bij het park aankom. Het is winter, het regent en lemuren worden blijkbaar lui van kou. De maki’s slapen dus nog. Behalve een groepje gewone bruine lemuren, die zijn al wel actief hoog in de boomtoppen. En dan toch, het gekrijs van de indri, niet ver weg van waar ik sta. Mijn gids wijst naar boven en daar zie ik hoog in de toppen inderdaad een wit-zwarte bol bont, de bek wijd open gesperd. Verderop in het regenwoud klinkt een antwoord van één van de andere groepen. Ze zouden zomaar twee kilometer verderop kunnen zitten want zover draagt hun geluid.
Een hotely is geen hotel
Dat Madagaskar ooit Frans was, blijkt onder meer uit de hoeveelheid Renaultjes. Stokoud vaak, auto’s die die in geleende tijd leven. Bij een benzinestation blijkt dat in veel gevallen de benzinetank al het leven gelaten heeft en is vervangen door een jerrycan in de kofferbak. Chauffeur en gids Olivier blijkt weer goud waard. Hij rijdt niet alleen fantastisch maar hij heeft ook uitleg over alles. Het valt me bijvoorbeeld op dat veel mensen blootsvoets lopen. Armoede, is mijn conclusie. Nee dus. Zondags naar de kerk of naar een feestje doen ze soms schoenen aan om ze onmiddellijk uit te doen en met de schoenen in de hand naar huis te lopen. Het loopt gewoon prettiger zonder schoenen. Vele malen heb ik me ook verwonderd over hoe klein de hotely zijn. Waar zitten al die kamers? Dan blijkt een hotely geen hotel maar een restaurant te zijn.
De eettentjes van Madagaskar
Eetgelegenheden zijn grofweg in drie categorieën te verdelen: gargotte, hotely en restaurant. Een gargotte biedt eenvoudig eten, voornamelijk soep en salades en in het noorden ook wel rijst. Een hotely is een soort wegrestaurant. Je kiest zebu, varken of vis en daarbij krijg je rijst. Binnen enkele minuten staat het eten op tafel. Restaurants serveren betere kwaliteit, bij de eerste twee opties is het uitkijken, zelfs voor Olivier. Ook hij eet niet overal omdat hij dan last van zijn maag en darmen krijgt.
De lemuren-opvang van Vakona
Ik voel een lichte plof op mijn schouder, dan een koel handje in mijn nek en een fluweel zacht bontvelletje tegen mijn wang. Dat moment dus. Het overkomt me in het privé-park van het Vakona hotel waar lemuren die ooit als huisdier gehouden werden, worden opgevangen. Terwijl ik doorga met foto’s maken kruipt de lemuur naar mijn andere schouder om uiteindelijk weer op de grond te springen. In no time is zijn plaats ingenomen door een bruine lemuur en er springt zelfs een tweede soortgenoot bij. Een baby bamboemaki eet een stukje banaan, te schattig, zeker als hij daarna ook nog keurig zijn handjes schoon likt. De kleine bamboelemuren lijken wat minder met mensen op te hebben en blijven in de bomen zitten, maar wel zo dichtbij dat je ze zou kunnen aaien als dat zou mogen. Heel zacht piepend houden ze met hun kraaloogjes alles in de gaten.
Spekgladde wegen naar het oosten
De laatste 7 kilometer op weg naar mijn laatste bestemming zijn een avontuur op zich. De auto van Olivier gaat het niet redden op de modderige weg dus is er een 4WD geregeld die me naar de boot zal brengen. Want hotel Palarium Akanin’ny Novy is enkel via het water te bereiken. Hobbelend en glibberend over de zo nu en dan spekgladde kleiweg bereik ik veilig het water. De regen valt met bakken uit de hemel, blijkbaar is het ook op zo’n paradijselijke plek niet altijd zonnig, maar mijn angst dat ik daardoor vandaag geen lemuren zal zien, blijkt ongegrond.
Lemuren op huisbezoek
Als ik rond een uur of vijf op mijn veranda zit te lezen hoor ik het geluid dat na bijna drie weken Madagaskar zo vertrouwd geworden is. Het korte, diepe geluid, een soort geknor, dat de lemuur maakt. Al snel zie ik een nieuwsgierig bruin koppie. Gevolgd door een stuk of tien vriendjes. Het hele hek van de veranda zit vol. Waar is mijn camera als ik hem nodig heb? Dat er de volgende ochtend tijdens het ontbijt een brutaaltje plaats neemt op de leuning van de stoel tegenover me, verbaast me dan ook helemaal niet.
Wandelen in het privépark
Inbegrepen bij de kamerprijs hotel Palarium Akanin’ny Novy is een wandeling van twee tot drie uur door het privépark. Gids Romario heeft bananen bij zich en dat weten de lemuren. Zodra hij een speciaal geluid maakt komen overal boomtoppen in beweging. Vrijpostig springen ze op zijn schouder. En dan voel ik voor de tweede keer deze reis een zacht, koel lemurenhandje in mijn nek. Lemuren zijn hier in verschillende formaten en kleuren: bruin, grijzig, kastanjerood, zwart wit. Terwijl we door de hoteltuin lopen geeft Romario uitleg over de verschillende planten en bomen.
Een puberende Mickey Mouse
Dan klinkt de onmiskenbare luide roep van de indri. Drie bijna zwarte dieren hangen op ooghoogte in de takken van bomen. Ze lijken op slungelige pubers met veel te lange ledematen. Ik ben al heel blij met deze ‘vondst’ maar Romario imiteert nog eenmaal de indri roep en dan doemt er nog een veel groter exemplaar op met meer grijs dan de andere. Het is de vader van de familie. Hij lijkt op Mickey Mouse met zijn ronde oortjes en doordringende kraalogen. Als ik hem een stukje banaan aanbied, grijpt hij met zijn fluweelzachte handje mijn hand vast om dan met zijn bekkie voorzichtig het lekkers te pakken. Ik maak nog wat laatste foto’s. Wow, wat een land dat Madagaskar.
MEER MADAGASKAR
Maar mijn rondreis begon al veel eerder. Met bestemmingen die allemaal even bijzonder waren. Ook op vakantie naar dit unieke eiland? Dit zijn mijn tips voor de mooiste ontmoetingen en bezienswaardigheden.
- Mijn rondreis Madagaskar begon bij de magische Allée des Baobabs in het westen van Madagaskar.
- Vandaar ging ik het binnenland in om de lemuren te zien, dé reden waarom ik zo graag naar Madagaskar wilde.
- Vandaar ging ik weer naar de kust om bij Ifaty enkele dagen te genieten van rustige stranden en binnenvarende vissersboten.
Wandelen in Madagaskar is echt een aanrader. En zeker als je daarna slaapt bij locals in een mini bergdorpje.