Schilderachtige dorpjes en vurige tafoni
Het derde en laatste deel van mijn rondreis Corsica, Frankrijk met alweer vele highlights. Met als hoogtepunt de weg door de Calanches van Piana. Bijzonder wat wind en water met steen kan doen.
Ik ben te lang in het gezellige badplaatsje Saint-Florent blijven hangen. En daarom is het is al laat en bijna donker als ik bij hotel A Piattatella in Monticello arriveer. Goed dat het niet al helemaal donker is, want het hotel ligt verstopt voor de buitenwereld. Maar het paradijsje heeft wel de Balagne als achterland en misschien wel de beste ontbijtplek van Corsica. Het uitzicht vanaf het terras over de Reginu-vallei en het stuwmeer Lac de Codole is goddelijk en met zo’n uitgebreid theemenu laat ik mijn kopje café au lait bij het ontbijt graag achterwege. Dit is zo’n hotel dat je je vrienden aanraadt omdat alles klopt, de inrichting, de ontvangst, het eten, de locatie en de sfeer.
De tuin van Corsica
Ooit dreigde deze vruchtbare streek achter Calvi en L’Île-Rousse (beide erg leuke kustplaatsjes) hetzelfde lot te treffen als de Niolo. Door droge zomers en branden liepen de dorpen leeg, maar in de jaren zestig brachten ambachtslieden, kunstenaars en eco-boeren de vallei weer tot leven. Nu staan in ‘de tuin van Corsica’ de deuren overal open en is te zien hoe boeren volgens eeuwenoude tradities olie, wijn, honing en jam maken. De vlekjes Sant’Antonino en Pigna en springen eruit. Beide dorpjes zijn veilig opgeborgen achter slagbomen, die auto’s buiten de dorpsgrenzen houden. Wel zo rustig. Sant’Antonino is een middeleeuws doolhof dat vroeger bij onheil als toevluchtsoord diende, Pigna is tegenwoordig een echt kunstenaarsdorp dat zelf ook is uitgegroeid tot een kunstwerk. Er zitten onder andere een instrumentenbouwer, een mozaïeklegger en een muziekdozenmaakster.
De tafoni van Piana
Langzaamaan moet ik terug richting Ajaccio waar ik weer op de ferry zal stappen. Maar Corsica zou Corsica niet zijn als er niet nog een verrassing wachtte. Naar het zuiden loopt de Balagne tot aan de Col de Palmarella. En daar dwingt het uitzicht automobilisten en motorrijders tot stoppen. De grillige rotspartijen zijn al prachtig maar tegelijkertijd slechts een bescheiden voorproefje van de Calanches van Piana. De route daar naartoe vertoont gelijkenissen met een bord spaghetti, de weg kronkelt alle kanten op. Plotseling is het ook druk met verkeer. Na een uur manoeuvreren tussen overhellende rotsen en bouwvallige muurtjes doemen de beroemde kreken met de rode rotsen op. De tafoni zijn door wind en water geërodeerde pieken, publiekstrekkers die de wonderlijkste vormen en kleuren aannemen. De auto moet even aan de kant bij parkeerplaats Tête du Chien bij Piana, hier wil ik in alle rust van genieten. Er zijn een paar gemarkeerde wandelroutes uitgezet. Een half uurtje klauteren langs fascinerende sculpturen brengt me naar befaamde hondenkop waarna het lekker uitpuffen is op het uitzichtplateau boven de Golf van Porto.
Even voorbij Piana lijken alle auto’s opeens opgelost, zeker op de haarspeldbochtweg naar de baai van Ficajola. Die is even mooi als verlaten, het strandje zelf uiterst appetijtelijk.
Ajaccio: Napoleon’s stad
Ajaccio mag dan de grootste stad van het eiland zijn, met zestigduizend inwoners is het toch meer een kleine, mediterrane plaats die vooral drijft op het Napoleontoerisme. De kathedraal, waar Corsica’s beroemdste zoon is gedoopt, is dan meestal het startpunt. Andere bedevaartsplekken zijn het huis waar hij op 15 augustus 1769 ter wereld kwam en het geschiedkundig museum A Bandera. Een Napoleon-link is er ook met Musée Fesch, het paleis waar de kunstwerken van zijn oom, kardinaal Fesch, zijn ondergebracht. Alleen in het Louvre hangen meer Italiaanse meesters uit de 14e tot 18e eeuw dan hier. Het ligt allemaal om de hoek bij viersterrenhotel Palazzu U Domu, dat is gevestigd in het voormalige huis van de hertogen van Pozzo Borgo. Het ligt ook vlakbij de Placé du Marché, het plein dat een vroeger de stad in tweeen splitste: aan de ene kant de rijk gedecoreerde Genuese stad en aan de andere kant het veel minder uitbundige stadsdeel dat de Corsicaanse herders bouwden. En dat alles onder het toeziend oog van de Keizer der Fransen: een marmeren Napoleon Bonaparte.
Algemene informatie over Corsica
Wat is de vliegtijd naar Corsica? De rechtstreekse vlucht van Amsterdam naar Ajaccio (Corsica) duurt iets meer dan 2 uur.
Wat is de beste reistijd Corsica? De beste periodes om naar Corsica te gaan zijn eigenlijk voorjaar en najaar. Dan is de temperatuur al rond de 20 graden maar het is er nog niet te druk. De temperatuur is dan ook aangenaam voor lange wandelingen in de bergen in het binnenland. De zomers zijn met een graad of 30 warm maar een briesje zorgt langs de kust voor verkoeling.
Wat is er te doen? Corsica is een ideale bestemming voor een rondreis. Het eiland is niet te groot en biedt enorm veel afwisseling. Leuke slenterstadjes, mooie stranden, ruige bergen en veel cultuur. En vergeet het eten niet, een verrukkelijke mix tussen Italiaans en Frans
Hotels, campings en appartementen
Mijn rondreis Corsica werd geregeld door Frankrijkhuis.nl. Ooit opgezet door een goede vriendin en haar collega. Inmiddels heeft zij een eigen Frankrijk-website maar hij zoekt nog altijd de leukste Franse logeeradresjes. En doet dat heel goed. Ik ben een groot fan van unieke adresjes (altijd lekker kleinschalig en onafhankelijk) op de mooiste locaties.
MEER CORSICA
MEER EILANDEN