Zhongdian zeggen wij, Shangri-La zeggen de Chinezen. En dat betekent zoiets als paradijselijke plek op aarde. Sinds een jaar of vijftien probeert ‘het paradijs’ toeristen te lokken. Ik was wel benieuwd. Deel 3 van mijn rondreis door Yunnan.
Misschien ben ik verwend na Dali en Lijiang maar hemels is mijn eerste indruk van de stad niet. Toeterende auto’s en bussen in de straten, grote reclameborden die hebbedingen anno nu aan de man proberen te brengen. Nu kan dat komen doordat we tijdens autotocht naar Shangri-la toe bijna een ravijn in gleden toen de auto slipte op de besneeuwde weg en 180 graden draaide. Of het kan komen door de sneeuwbui en harde wind die goed om je heen kijken bijna onmogelijk maken. Ik vlucht het Tibet Café in. Het is er koud maar er wordt direct een stoofje bij mijn tafel gezet en ik krijg een warm kleedje om op te zitten. Als het personeel cake gaat eten, geven ze mij ook een stuk. Dit voelt dan weer wel als de hemel op aarde.
De volgende dag is alles anders. De zon schijnt door de ijsbloemen op de ramen van mijn hotelkamer – de verwarming brandt slechts tussen 18.00 en 24.00 uur! Gids Hannah stelt voor naar Tangdui te gaan, een dorpje 30 kilometer verderop. Het enige dorp waar de potten van klei gemaakt worden waar de Tibetanen graag in koken. De omgeving wordt mooier en mooier. We zijn omgeven door besneeuwde weiden met Tibetaanse huizen en rekken waarop zomers stro gedroogd wordt. Tussen de bergen door zie ik in de verte het beroemde Songzanlin klooster al, nog een beetje verstopt onder de laaghangende wolken.
Op familiebezoek bij Tibetanen
Als we bij de familie aankomen, zit de vrouw des huizes op de veranda in de zon een kleed te knopen. Binnen maken twee zonen potten van klei. De familie woont in een traditioneel Tibetaans huis. De beneden verdieping is voor het vee, de eerste verdieping is woonruimte en de tweede verdieping voor de opslag van hooi. In de leefruimte is een open vuur met vier zwartgeblakerde potten erop. Rond deze ‘kachel’ liggen kussens. De muren en de plafondbalken zijn beschilderd. Dat maakt het een lekker knus huis. Dat had ik niet verwacht toen ik de sobere buitenkant zag.
Tibetanen zijn gastvrij en dus ontkom je tijdens een bezoek aan een huis niet aan het beruchte kopje yakboterthee. Naar goed gebruik krijgt Boeddha het eerste kopje en dan de gasten. Het is de bedoeling dat je het vettige boterlaagje bovenop wegblaast en alleen het zoutige vocht daaronder opdrinkt. In de achtergebleven boter doe je vervolgens wat gerstmeel en dat meng je tot een stevig balletje (tsampa), zo legt Hannah uit. Smaakt trouwens niet onaardig. Na alle verhalen over yakboterthee die ik gelezen had, vreesde ik het ergste. Maar lekkerder is de verse kaas met suiker.
Zacht klinkt het draaien van gebedswielen
Een zacht ruisje, dat is alles wat ik hoor als een monnik van top tot teen in bordeauxrood gehuld me passeert. Even later klinkt zacht het draaien van de metalen gebedswielen. Ik ben in het Songzanlin Si klooster. Een hoogtepunt, ook letterlijk. Het ligt op 3380 meter hoogte. De bijna 150 treden naar het kloostergebouw benemen me de adem. Het is even wennen aan zo weinig zuurstof in de lucht. Songzanlin is het grootste Tibetaans Boeddhistische klooster in Yunnan. In de hoogtijdagen woonden er ongeveer 2000 monniken, nu zo’n 700. Ze leven in de kleine witte woonhuizen die tegen de berg geplakt lijken. De ruimten waar monniken elkaar ontmoeten, is prachtig. Aan het plafond hangen veelkleurige doeken in kokervorm. Daaronder zijn lange rijen met lage bankjes met kussens.
Gevonden, het paradijs
Terug in de stad loop ik de drukke markt over in het nieuwe deel van Zhongdian waar voornamelijk Han Chinezen en handelaren wonen. Net als op de meeste andere markten ben ik in no time het overzicht kwijt. En dus dwaal ik genietend van alles om me heen door overdekte markthallen, langs brede straten met kraampjes op stoepen en door onverharde, modderige steegjes waar verkopers ook hun eigen plekje geclaimd hebben.
Shangri-La en omgeving zijn nu nog relatief ongerept. Pas in 1999 is de overheid begonnen toerisme te promoten. Dat betekent dat veel in de kinderschoenen staat. Hotels zijn vaak alleen ’s avonds enkele uren verwarmd. Een westers ontbijt is er niet altijd zodat je als je geen zin hebt in rijst, noedels, vlees en groenten je je moet beperken tot een gekookt ei en een droog stukje cake. Maar dat heeft z’n charme. Bovendien, iedereen is enorm gastvrij. Wat mij betreft is dat belangrijker dan een gestroomlijnde toeristenservice. Nu maar hopen dat Shangri-la zo paradijselijk blijft.
LEES OOK
Rondreis Yunnan, deel 1: op bezoek bij de Bai in Dali
Rondreis Yunnan deel 2: de Naxi van Lijiang en Dr. Ho
Leuk stuk
Alleen is dat oude centrum helemaal niet oud. Het is gecreëerd voor (Chinese) toeristen. In de hoofdstraat waren alle gevels van de witte tegels met groene/blauwe ramen architectuur. In 2002 toen ik er voor het eerst was werden alle gevels Tibetaanser gemaakt (stuken en houten versieringen boven de ramen). Bijna de hele straat stond in de steigers. Het oude stadsdeel bestond uit lage huisjes met pannedaken in leemkleuren. En een klein klooster waar 2 monniken woonden. Drie jaar later was het oude deel half gesloopt nog twee jaar later was de nieuwe ‘oldtown’ een feit. Al werd aan het grote klooster nog gebouwd. Van het oude is ongeveer niets bewaard gebleven.
Heb toevallig twee weken terug oude dia’s ingescand waarop het oude stadje nog staat. Zet ik binnenkort wel ergens online…
Ik weet het, er is enkele jaren geleden een grote brand geweest waardoor het laatste stuk oude stad ook verdwenen is.
Vooral de omgeving vond ik geweldig, van wat de Chinese overheid met deze plaats zelf heeft gedaan werd ik een beetje verdrietig. Geweldige ervaring dat familiebezoek bij die Tibetaanse familie. Mooi verslag en foto’s!
Ja zonde van al die commercie. Een na de grote brand van 2014 is er nog minder over van het oude stadsdeel. Enne, dank voor het compliment!