Als het om fietsen gaat, ben ik een echte Nederlander. Het liefst rijd ik over vlakke fietspaden. Als het even kan met de wind in de rug. Zodra ik begin te lezen in het boek Met de fiets door de Provence weet ik dus dat ik nooit in de wielsporen van auteur Ingrid Castelein zal rijden.
Ik heb nog geen drie alinea’s gelezen en ik waan me in Frankrijk. Omdat Ingrid zo beeldend vertelt over de ochtendrituelen van de dorpelingen in Lourmarin, komen de herinneringen aan mijn bezoeken aan de Provence vanzelf boven. Ik zie mezelf weer zitten op een terras met een geurend kopje koffie en een verse croissant net gekocht bij de bakker. Tot in detail beschrijft ze het landschap, de dorpen, de mensen, de uitzichten. Natuurlijk wordt er gefietst maar de omgeving en de ontmoetingen spelen de hoofdrol. Dankzij haar scherpe observaties leer je de mensen in een paar zinnen kennen. Mijn bezoeken aan de Provence vonden altijd in voor- en najaar plaats. Nu ontdek ik al lezend hoe de regio ’s winters is. Dan worden de donkere dorpen opgelicht door uitbundige kerstversiering. En soms verandert de wereld in een wit wonderland waar het mooi wandelen is.
Met de fiets door de Provence
Het idee van Ingrid was om ditmaal routes te fietsen met de Mont Ventoux in het vizier, legt ze uit in het voorwoord. Die bergtop blijkt je in een heel groot deel van de Provence te kunnen zien. Veel te ontdekken dus. Behalve per fiets verkent ze dit deel van de Provence ook wandelend. Meer mijn ding. Achterin het boek staan bijlages met de beschreven fietstochten en wandelingen. Maar ook een hele lijst met insider tips in de verschillende stadjes en dorpen. Dus zelfs voor wie met de auto rond toert, is dit niet alleen een heerlijk leesbaar maar ook een nuttig boek. Nog een laatste pluspunt: het is sowieso leuk om een boek in onvervalst Vlaams te lezen.