Het Inlemeer hoort bij een rondreis Myanmar als een eiwit bij een dooier. En dus rijdt de chauffeur vanuit de bergen van Kalaw naar de haven bij het Inlemeer (Inle Lake). De komende dagen leef ik op het water.
Bij Nyaung-shwe gaat mijn koffer in een uit de kluiten gewassen gemotoriseerde kano waarin een stoel staat. Ik heb de hele reis privévervoer en dat is wel zo comfortabel. Via een koffie-verkeerdkleurig kanaal stuurt de schipper naar het Inlemeer. Groot, is het eerste wat opvalt, met overal witte wolkjes van het opspattend water van de motoren van de vele bootjes. En er zijn de beroemde vissers van de Intha stam die een heel eigen techniek ontwikkeld hebben om balancerend op de punt van hun smalle bootje met een been te roeien terwijl ze de netten uitwerpen, binnenhalen, vis eruit halen et cetera. De prachtige korven die ze over vissen gooien om ze te vangen zijn helaas vervangen door gewone netten, want effectiever. Maar het roeien blijft fascinerend en een bezienswaardigheid op zich.
Steden op stelten in het Inlemeer
We passeren drijvende tuinen waarop groenten verbouwd worden en steden op stelten met huizen op meters hoge palen. Zelfs om naar de buren te gaan hebben de bewoners een bootje nodig. Mijn verblijf voor de nacht is het Inle Khaung Daing hotel, met onder meer bungalows op palen in het meer. Dat is goed wakker worden met een van de beste uitzichten ter wereld. En toch zo betaalbaar.
De drijvende markt, een van de bezienswaardigheden van het Inlemeer, is er helaas niet tijdens mijn verblijf maar wel de markt van Nampan. Gewoon op het droge, dus we moeten aan land. Tientallen boten liggen aangemeerd, het is nog een hele toer een ‘parkeerplekje’ te vinden. En dan balancerend over een smal pad maar de markt. Mensen met zakken op hun hoofd en tassen aan een stok die door twee mensen gedragen wordt komen me tegemoet. Hier worden inkopen voor de hele week of langer gedaan.
Bezienswaardigheden: pagodes van Indein
Via een zijkreek van het meer varen we naar Indein. Het landschap verandert in twintig minuten van rietvelden tot jungle. Die kant op, wijst de schipper naar het dorp. Ik stap de steiger op en loop richting dorp. Om vervolgens bij de eerste kruising met enkele prachtige, halfoverwoekerde witte pagodes de verkeerde afslag te nemen, naar rechts. Bovenop een heuvel zie ik enkele pagodes liggen. De rest van de 1054 pagodes die er moeten zijn, liggen vast aan de andere kant van de heuvel, vermoed ik.
De klim wordt helaas niet beloond. Ik eindig bij een klooster dat er gesloten uitziet. En dan begint het ook nog te regenen. Plotseling gaat piepend en krakend een deur open. Een monnik met een prachtig, gerimpeld gezicht verschijnt in de deuropening, wijst naar de lucht en maakt een gebaar. Dat het regent begrijp ik, maar wil hij nu dat ik zo snel mogelijk naar beneden ga? Hij loopt weer naar binnen maar laat de deur open. En pakt enkele kopjes en een thermoskan. Aarzelend loop ik naar binnen, waar hij me uitnodigt te gaan zitten. Hij schenkt de kopjes vol thee, biedt jackfruit aan en steekt zelf een sigaartje op. Helaas spreekt hij geen woord Engels maar een kwartier lang geniet ik van de stilte, het bijzondere gezelschap en de twee jongen katten die speels met een zakje in de weer zijn. Hoe mooi kan het zijn zo nu en dan een verkeerde afslag te nemen.
Rondreis Myanmar: Pagodes van Kakku
Op goed tweeënhalf uur rijden van het Inlemeer ligt Kakku, een van de andere bezienswaardigheden van de regio. Het landschap wordt steeds heuvelachtiger, de begroeiing als een jungle. Om daarna te veranderen in landbouwgronden waar onder meer knoflook, mais, rijst, bonen en andere groenten verbouwd worden. Een vruchtbaar gebied dus. In Taunggyi moet entreegeld betaald worden en stapt de verplichte gids in de auto. Een sympathiek meisje dat ik Nan mag noemen. Haar eigenlijke naam is lastiger maar dit is voor het gemak. Ze behoort tot het Pa O volk en draagt de traditionele kleding. Kakku is een pagodecomplex dat pas sinds 2000 toegankelijk is voor buitenlanders, daarvoor was het een van de zwarte gebieden van Myanmar, strikt verboden voor toerisme. Het verhaal gaat dat het compleet overwoekerde complex ontdekt is door varkens. Kakku betekent wit varken. Het is zeker indrukwekkend om plusminus 2500 pagodes op een relatief klein oppervlak te zien. En vooral te horen, als niemand praat, klinken enkel de belletjes die aan de toppen van de pagodes in kroontjes hangen. Heerlijk rustgevend.
De finish: Yangon (of Rangoon)
Het is even wennen als ik na een korte vlucht in Yangon aankom, tot 2006 de hoofdstad van Myanmar. De drukte is even beklemmend na al die natuur. De stad is desondanks een stop waard al was het maar vanwege de Shwedagon pagode, al van verre te zien vanwege de hoogte (99 meter) maar zeker ook vanwege de 600 ton goud en duizenden robijnen en diamanten die je tegemoet schitteren. Let vooral op de diamant van 76 karaat in de top van de pagode. Voor de Birmezen is dit de heiligste plek van het land en iedere Boeddhist hoopt eens in zijn of haar leven een bezoek te brengen aan deze pagode. Bijzonder is het zeker, maar mijn hoogtepunt van de reis blijft Monywa en omgeving.
Hotels in Yangon
Yangon is een toeristische hotspot dus hotels in overvloed.
Budget hotel in het centrum
- Is de Shwedagon pagode jouw doel in Yangon? Dan is het Lavender hotel een goede optie (want op slechts drie minuten lopen van de iconische pagode). Goedkoop (vaak voor minder dan 30 euro per kamer) en lekker centraal. Zodra je de deur uit stapt, wordt je opgeslokt door het gewoel van de Bahan Market. Heel gezellig. En super ook dat dakterras met pagode-view!
Super-budget hotel
- Hotel Woodland is een kleinschalig hotel op slechts 15 minuten rijden van het vliegveld. Heel handig dus als je laat aankomt en snel naar bed wilt of nog een overnachting zoekt voor je vertrekt. Trouwens, voor deze prijs (vaak rond de 23 euro) kun je het hotel zelfs boeken als daghotel als je pas ’s avonds vertrekt. Kun je nog even douchen voor vertrek.
Droomhotel in Yangon
- Heb je de hele reis in budget hotels doorgebracht en wil je een keer lekker splashen? Of is chic sowieso meer jouw ding? Dan is de vijf sterren Belmond Governor’s Residence dé keuze. Ze noemen deze koloniale mansion uit de jaren 1920 zelf een Birmese Beauty en daar is geen woord van gelogen. Natuurlijk is er een zwembad, een spa en een bar en een restaurant. Zorg dat je alles wat je wilde zien gezien hebt voor je hier incheckt. Want eenmaal hier, wil je niet meer weg. Bij Belmond Governor’s Residence ga je terug in de tijd, vergeet je de hectiek van de stad en kom je helemaal tot rust voor je naar huis vliegt of verder reist.
- Ook chic in koloniale stijl maar met een beetje geluk al te boeken voor onder de 100 euro is het Rose Garden hotel. Het ligt in het groen bij de Zoölogische tuinen en op een kwartiertje wandelen van de Shwedagon pagode.
MEER MYANMAR
Dit is het laatste deel van mijn rondreis Myanmar. Deze road trip bomvol indrukken begon in Mandalay, een bijzondere stad vanwaar ik verschillende uitstapjes maakte.
De volgende stop was een van de highlights voor mij: Monywa, Inwa en Mingun en omgeving.
Natuurlijk bracht in enkele nachten door in Bagan, bijna een verplichte stop tijdens je rondreis door Myanmar.
Ook wandelde ik in de koele bergen van Kalaw. Leuk, met een van de lokale bedrijfjes die toeristen meenemen naar de locals thuis.