DEEL 2, met een hotel in boudoir-stijl en oogverblindende bling bling.
Een cruise langs de highlights van Azie, dat betekent dat ik in twee weken van Singapore naar Hongkong reis via Thailand, Cambodja en Vietnam. Ik dompel me onder in een oneindige stroom van indrukken, geuren, smaken, culturen, tempels en mensen. Deel 2: het voormalige koninkrijk Ayutthaya en hoofdstad Bangkok, in Thailand.
Origami met handdoeken
Deden, mijn kamerjongen, zorgt iedere avond dat het na het diner heerlijk ‘thuiskomen’ is in stateroom 3323. Schone handdoeken, het mandje fruit aangevuld, het bed teruggeslagen, het programma voor de volgende dag ligt klaar samen met een chocolaatje en de beste wensen namens de kapitein. Ook is er iedere avond een dierfiguurtje, kunstig gevouwen van handdoeken. Een koala hangend aan een kledinghanger, een pinguïn, een olifant. En binnen 30 seconden gemaakt zo leer ik tijdens de workshop origami met handdoeken. Voor de gevorderde handdoekkunstenaar dan, want ik doe er heel wat langer over.
Thaise sprookjes
Ayutthaya, omgeven door drie rivieren, ligt als een eiland in het omringende land. Ruim vierhonderd jaar lang leefden er 33 koningen in wat toen de hoofdstad van Thailand was tot Birmezen in 1767 een einde aan het sprookje maakte en de laatste koning verdreven. Tot dat moment was Ayutthaya een van de belangrijkste handelsposten van de Aziatische wereld. Tempels schoten uit de grond, meer dan 600 waren er met natuurlijk pagoda’s met de as van overledenen. Het ooit zo belangrijke klooster Wat Sri Sanphet dat door koning Ramathibodi I als paleis gebruikt werd, is nu een ruine. Ooit waren de bakstenen bouwwerken imponerend, zo is nog af te leiden uit de dikte en hoogte van enkele zuilen. De drie belangrijkste pagoda’s of chedi’s waarin as van drie koningen ligt, zijn gerestaureerd zodat toch nog duidelijk wordt hoe belangrijk deze koninklijke familie was.
Al voor Ayutthaya op deze plek gesticht werd, waren er tempels, zoals Wat Phanan Choeng. De goudglanzende Boeddha wordt door de inwoners van Ayutthaya als de meest belangrijke van hun stad gezien. Vandaar dat de kleine ruimte vóór de Boeddha nauwelijks bereikbaar is. Op de grond knielen tientallen Thai, in hun handen een geeloranje doek waarin monniken allemaal lopen. Opeens verschijnt er achter de hand van de Boeddha een mens. Een minimensje vergeleken met de 19 meter hoge, zittende beeld. Dan vliegt er een oranje doek door de lucht en worden gulle gevers gezegend.
Vergeleken met deze tempel is Wat Yai Chai Mongkol van eind 16de eeuw een ingetogen bouwwerk. De kleuren komen hier van de oranje doeken waarin de vele Boeddhabeelden rond de enorme grijs-witte pagodes zijn gewikkeld. De bomen vol frangipanebloemen verspreiden een subtiele, maar verslavende geur. Wat lekker om hier te zijn.
Stijlvol boudoir
Het voelt bijna als verraad als ik ’s avonds niet terugga naar het schip maar mijn kamer in Shanghai Mansion binnenstap. De Zaandam ligt twee dagen in dezelfde haven en daar het ruim twee uur rijden is naar Bangkok ligt slapen in de stad voor de hand. Ik heb gekozen voor Shanghai Mansion, een boutique hotel midden in het vibrerende Chinatown. De inrichting is gebaseerd op het Shanghai begin vorige eeuw, met boudoirachtige elementen. Je blijft kijken. Stap je naar buiten, dan sa je middenin de metropool Bangkok. Ik schuif aan bij een van de eettentjes op straat en laat me verrassen. Alles wat je in Thailand krijgt voorgezet, is tenslotte lekker.
Oogverblindende overdaad
De volgende dag heb ik nog even tijd voor de highlights van de stad voor ik terug moet naar de Zaandam. In Bangkok lijkt alles in de overtreffende trap te zijn. Het verkeer, de herrie, de luchtverontreiniging, de eetstalletjes op straat en de bouwwerken. Zoals de tempel Wat Pho, van de buitenwereld afgescheiden door hoge muren. Wat Pho zou de eerste universiteit van Thailand geweest zijn. Op 1360 marmeren plakkaten staan wijsheden over allerlei vakgebieden, onder meer over het menselijke lichaam, de drukpunten en massagetechnieken. Op de massageschool van het tempelcomplex worden deze traditionele technieken nog altijd onderwezen. Wat Pho is ook de tempel met de meeste pagodes van Thailand. In een woud van puntige bouwwerken versierd met kleurige stukjes glas slenter ik over het terrein. Om altijd uit te komen bij de liggende Boeddha die koning Rama II liet maken. Een arm ondersteunt het vijf meter hoge hoofd, het totale beeld meet 46 meter.
Overal in het complex staan grijze, metershoge bozige beelden uit China. Ze detoneren met de fragiele fleurigheid van de rest van de Thaise tempel. Dat ze hier staan, heeft alles met de handel te maken. De schepen namen vanuit China lichte producten mee als thee. Om het schip in balans te houden, werd het ruim volgestouwd met zware producten als beeldhouwwerken. Zonde om weg te gooien, hebben ze vast gedacht en zo werden de beelden in de tijd van koning Rama III reuze trendy als tuindecoratie. Velen staan nu bij Wat Pho streng te kijken naar iedereen die een van de vele poorten doorgaat.
Tegenover Wat Pho ligt The Grand Palace met een oogverblindende overdaad aan goudkleurige chedi’s en rijk gedecoreerde pilaren en stoere wachters in groen, blauw en paars. Kleine mannetjes houden diverse bouwwerken in hun handen omhoog. Hoeveel bling bling kan het menselijk oog aan, vraag ik me af terwijl ik mijn zonnebril tevoorschijn haal. Goed kijken valt niet mee tussen de 20.000 toeristen die het paleis op een drukke dag bezoeken. De tempel Phra Kaew is de meeste heilige van Thailand dankzij de Emerald Buddha. Een goede triviantvraag zou zijn van welk materiaal het beeldje gemaakt is. Het juiste antwoord? Jade!
LEES OOK