Veroveraars hebben in de loop de eeuwen hun sporen nagelaten op Sicilië. Dat zie je ook terug in de gevarieerde keuken van het eiland, die allerlei exotische invloeden heeft. Ik dook gewapend met mes en vork de culinaire geschiedenis in van dit heerlijke Italiaanse eiland.
Of ik misschien een Siciliaans ontbijt wil proberen, vraagt de ober vriendelijk. Certo, dat wil ik wel! Vanmorgen is er keus uit niet minder dan vier soorten granita’s: aardbei, citroen, amandel en koffie. Mazzarro Sea Palace heeft duidelijk niet voor niets vijf sterren op zijn pui. Natuurlijk wordt de granita geserveerd met slagroom en een kloeke brioche. Ik probeer de koffiegranita en ben meteen klaarwakker. Dit is ijskoffie plus, een flinke cafeïnestoot! Hmmmm, het gezoete smeltijs lepelt heerlijk weg in de vroege ochtendzon, die de besloten baai van Taormina beschijnt. “Je moet ook beslist deze amandelgranita proeven,” dringt de ober aan, “een seizoensspecialiteit.” Hij serveert er meteen een amandelmelk bij, ook typisch Siciliaans. Zoet, maar lekker. Of dit alleen van amandelen wordt gemaakt? “Dat is een geheim”, lacht de ober.
De Arabieren op Sicilië
De Sicilianen mogen dan trots zijn op hun granita’s, ze moeten er de Arabieren dankbaar voor zijn. Zij worden niet alleen beschouwd als de uitvinders van de granita, maar van nóg een gerecht dat doorgaat voor 100% Italiaans: cassata, een cake met ricotta en gekonfijt fruit. De vele overheersingen en de afwisselende geografie hebben de Siciliaanse keuken talloze gevarieerde en verfijnde gerechten opgeleverd. Noordafrikanen lieten er couscous achter, de Noormannen gedroogde, gezouten kabeljauw. De Arabieren introduceerden er naast ijs ook rijst, suikerriet, pijnboompitten, citrusvruchten, rozijnen, aubergines, amandelen, sesam en zoetzure smaken. Van de Fransen en de Spanjaarden keken de Sicilianen af hoe je ingewikkelde sauzen maakte en hoe je indruk maakte met de presentatie van gerechten.
Gevaarlijk mooi, de vulkaan Etna
Op heldere dagen, zoals vandaag, is de rokende en vaak met sneeuw bedekte top van Etna (3323 meter) vanaf 250 km zichtbaar. Europa’s grootste vulkaan, door de Arabieren Gibel Utlamat genoemd – Berg van Vuur – en later verbasterd tot Mons Gibel (letterlijk berg berg), heeft een imposant cv. De gigant heeft en diameter van 32 kilometer en wie er om heen wil rijden, bijvoorbeeld met de smalspoorlijn Circumetnea, is uren onderweg. De berg der bergen blaast al 500.000 jaar wolken uit van gas, as en lava. De beroemdste uitbarsting, die van 1669, duurde niet minder dan vier maanden en de lava bereikte het dertig kilometer verderop gelegen Catania en uiteindelijk zelfs de zee.
Sicilië: stadjes als openluchtmuseum
Vanuit het toch wat toeristische Taormina voert de Viale Linguaglossa naar de Etna. Je passeert Piedimonte, een mooi voorbeeld van het openluchtmuseum dat heel Sicilië eigenlijk is. Op de begraafplaats net buiten het dorp hebben de families Scida en Morabito Gaudi-achtige kathedraaltjes laten neergezet voor hun overledenen. De Piazza Roma imponeert door de stille kleurenpracht van de huizen: vervallen bruinwitte paneeldeuren en okergele muren, spannend door afbladderend pleisterwerk. Er ligt ook een lief parkje, met een overwoekerde, maar nog springlevende, klaterende fontein.
Espresso met hazelnoottaart
De verrassende muurschilderingen rond de Piazza Annunziata maken Linguaglossa een stop meer dan waard en vormen meteen een goed excuus om een espresso en een hazelnoottaartje te nemen, een plaatselijke specialiteit. In Castiglione is het ook al lastig nee zeggen, want vandaag is de Dag van de Kaas en Alcantara Formaggi houdt open huis. Hoe vers wil je je ricotta hebben? Deze is dertig seconden oud en nog warm. De wijnglazen worden tot de rand toe gevuld en ik word uitgenodigd om het Alcantara’s complete assortiment te proeven. Goddelijke kazen als pecorino, provola en tuma, zowel vers als gerijpt. En dan dus de ricotta’s, waaronder twee al forno, gegaard in de terracotta oven.
Het landschap van de Etna
Het mag vandaag dan helder zijn, er waait een harde wind en het is nog maar 13 graden als ik de Zuidhelling oprijd. De fraaie dennenbossen hebben plaats gemaakt voor een diepzwarte lavawoestijn. De uitbarsting van 2002 veranderde hier het landschap ingrijpend. We zien karkassen van bomen, maar ook nieuwe boompjes en struiken, voorzichtig groeiend op het maanlandschap. Intrigerend idee: de landschappen die je kent, zijn er vaak al honderden, duizenden jaren. Dit landschap niet: de aarde, het groen, zelfs de weg ligt er pas. En morgen, nee vandaag, kan het weer dramatisch veranderen. Wie gaat hier nu wonen, onder de contante dreiging van een alles verwoestende uitbarsting? Ja, wie is er zo gek om onder de zeespiegel te gaan wonen?
De gulle giften van de Etna
Maar de vulkaan neemt niet alleen, hij geeft ook rijkelijk: door de vruchtbare vulkanische grond is de Etna overvloedig begroeid met wijnranken, olijf-, citrus-, pistache- en amandelbomen. En het klimaat, met bijna tweeduizend uur zon per jaar, doet de rest.
De wandeling op de vulkaan heeft hongerig gemaakt. Het is tegen enen als ik net buiten de middeleeuwse stad Randazzo een klein paadje opdraai naar de Azienda Turismo Rurale Parco Statella. Deze plek moet je weten, anders vind je het niet.
Zo’n typisch familie-restaurant
Italiaanse famiglie treffen elkaar hier voor de bijna heilige zondagmiddaglunch. Ik ben de enige buitenlander, een kaart is er niet. Het menu is vast en vorstelijk: een zachte, melkachtige ricotta, zucchini agrodolce en caponata, een groentestoofpotje, zijn de toppers van de vijftien (!) antipasti. Na een krachtige paddenstoelensoep en een ovenschotel van farfalle met pomodori, amandelen en broodkruimels pas ik voor het hoofdgerecht. Dat is sowieso vlees dus een no go voor mij. De finale is geen paukeslag, maar typisch Italiaans: een eenvoudige, maar goddelijke bowl kersen.
Bezienswaardigheden van Sicilië: Noto
Je zou het bijna vergeten, met al die overvloedige maaltijden, maar Sicilië heeft nog vele andere hoogtepunten en bezienswaardigheden. De rijke geschiedenis van Sicilië vind je niet alleen terug in de keuken. Een van mijn favorieten is de late barokstad Noto, gebouwd na de allesverwoestende aardbeving van januari 1693. Noto imponeert door zijn ongekende gebouwenpracht. Een legertje toparchitecten en –kunstenaars heeft zich hier helemaal uitgeleefd, de honingkleurige stad in het zuidoosten is de status van UNESCO Werelderfgoed meer dan waard.
Hotspot: vallei van de tempels, Agrigento
Nog zo’n must see is de Vallei van de Tempels bij Agrigento, net als de wijn een aangename erfenis van de Griekse overheersers. Wie de top van de Griekse architectuur uit de oudheid wil zien, reist naar deze historische plek aan de zuidkust van Sicilië.
Bezienswaardigheid: krijtrotsen Scala dei Turchi
Daar in de buurt ligt ook de Scala dei Turchi, een onvergetelijke baai die nog niet door drommen toeristen is ontdekt. Vooral aan het einde van een warme zomerdag is het daar lekker uitblazen op de golvende kalkrotsen. Dan tovert de ondergaande zon de krijtwitte kust voorbij Punta Grande om tot een werkelijk sprookjesachtige decor.
MEER ITALIAANSE EILANDEN
Meer tips voor Sicilie vind je op deze blog, met onder meer informatie over rondreizen met de auto op Sicilië.
Sicilië de uitvalsbasis voor enkele andere heel bijzondere Italiaanse eilanden: de Eolische eilanden. Ze zijn allemaal heel verschillend dus ik bezocht er enkele.
Op Salina kun je heerlijk wandelen maar ook lekker door het stadje slenteren.
Voor een echte kuitenbijter moet je naar vulkaaneiland Stromboli waar je tegen zonsondergang de nog altijd actieve vulkaan kunt beklimmen.